Auteur
Jos Creusen
Jos Creusen (Tilburg, 1956) studeerde (onder andere) Taal- en Literatuurwetenschap aan de KUT. In vorige levens was hij (onder andere) docent, journalist en (onder andere aan de KUL) taalkundige. Zijn expertise, van KUT naar KUL: ontwikkeling van en onderzoek naar Nederlands voor laaggeletterden met een migratie-achtergrond. Zijn zwak: oorlogsvluchtelingen.
Jos Creusen
Biografie
Jos Creusen (Tilburg, 1956) studeerde (onder andere) Taal- en Literatuurwetenschap aan de KUT. In vorige levens was hij (onder andere) docent, journalist en (onder andere aan de KUL) taalkundige. Zijn expertise, van KUT naar KUL: ontwikkeling van en onderzoek naar Nederlands voor laaggeletterden met een migratie-achtergrond. Zijn zwak: oorlogsvluchtelingen.
Behalve taal in het algemeen en schrijven in het bijzonder was en is bezielende muziek buiten de mainstream zijn passie, zo niet levensmissie, ja echt wel zijn ding, vooral als die rudimentaire sporen van wortels vertoont. Sinds eind jaren 70 organiseert hij, voor wie nog luisteren kan, intieme concerten waarbij artiesten en bezoekers op elkaars schoot kruipen. Sinds begin van dit millennium doet hij dat onder de vlag van GUO-concerten Groeten Uit Oisterwijk, samen met vrijwilligers, verenigd in een stichting, zonder wie GUO GUO niet zou zijn. Voor liefhebbers en overige nieuwsgierigen naar deze afwijking: check
“Als journalist fabriekte hij artikelen over lief, leed, kommer, kwel en overig klein tot groot gemak dan wel ongerief.”
Als taalwetenschapper publiceerde hij in vaktijdschriften en boeken, ontwikkelde methodes taalvaardigheid Nederlands voor laaggeletterde volwassenen met een migratie-achtergrond, alsmede toetsen, examens, assessments en competentiescans in 360 graden modellen: Nederlands als Tweede Taal, Moderne Vreemde Talen, Kennis van de Nederlandse Samenleving, Maatschappij-oriëntatie voor de Nederlandse Antillen en dergelijke ongein meer. Als concertorganisator pende en tikt hij persberichten en stukjes voor en over GUO-concerten Groeten Uit Oisterwijk en voorzaten. Bij gelegenheid fröbelde en knutselt hij met de nodige huisvlijt kneuterige rijmelarijen en melige liedteksten bij elkaar. Zolang hij ze zelf maar niet hoeft te zingen. Dat moet je ook niet willen.
Zijn ambachtelijke schrijfsels verwerden tot bits en bytes op in het ongerede gesukkelde harde schijven en usb-sticks in onbruik, zwierven en zweven over het wereldwijde web, bleven (op enkele uitgaven in kleine oplagen in eigen beheer na) voor tussen de knusse schuifdeuren, verdwenen onderop heimelijke stapels van afgesloten laden waarvan sleutels zich mysterieus verstopt houden. Bref: ze vervlogen, vervloten, crashten, losten en gingen op in de cloud. Zo niet zijn semi-autobiografische sleuteltroman ‘Dikke. Pret. Bonanza.’, vrije vrucht van zijn abrupte, vroege, initieel ontstemmende, maar uiteindelijk wel bekomen loonslaafpensioen.
Met de boekpresentatie nog in het verschiet is Jos Creusen viraal besmet met het auteurschap: is hij niet met GUO-concerten Groeten Uit Oisterwijk in de weer, tikt hij ambachtelijk voort of doet hij de goegemeente van lees- en schrijfclubs in het jubelende land kond van zijn pennenvrucht. Slapen doet hij soms ook, met gretigheid zelfs, evenals eten, het plegen van een kleine of grote boodschap dan wel ander domestiek ongemak. En lezen, maar met het mes op de keel prefereert hij schrijven. Ook wil hij wel ‘ns een –doe ‘ns gek– sociale verplichting nakomen voor kind of kraai, een rustieke staminee frequenteren voor een fijn gesprek onder het genot van koffie, thee, trappist of Weizenbier, een museumpje pakken of wandelend het hoofd ledigen maar brein en memoblokje vullen in zijn heide-, bos- en vennenbiotoop. Soms ook geraakt hij verder van huis, het spoor bijster, doch dichter bij zichzelf en zijn zielsverwanten, zijn soort mensen 2.0.
Boek
Dikke. Pret. Bonanza.
Nederlandse nazaat van een Belgische vluchteling
Bij een Nederlandse nazaat van een Belgische vluchteling uit D’n Grooten Oorlog is een kwart van het bloed dat door d’aderen stroomt Vlaams. Geboren in 1956 groeit hij op in een verstikkend milieu, in het epicentrum van het universum, op Brabants klapzand, daar waar Kempen en Meijerij elkaar kussen. Amper anderhalve turf raakt hij gemangeld en vermalen tussen verstikkende on- tot laaggeletterdheid, culturele schraalte, vrooms katholicisme en fnuikende loonslavernij. Gods tripartiet oog ziet alles, behalve tevreden is te nooit goed en hoewel van het concert des levens niemand een program krijgt, wordt een geboren en getogen dubbeltje nimmer een heitje.
‘talenknobbel’ en ‘creatief associatief denkvermogen’
Zijn bloedverwanten claimen hem om zijn ‘talenknobbel’ en ‘creatief associatief denkvermogen’, maar anderhalf docent helpt hem doen inzien dat hij zich juist door zijn door wie dan ook vergeven talenten kan ontworstelen aan zijn arbeideristische komaf. Eenmaal taalwetenschapper klampt hij zich vast aan zijn engagement om betekenisvol verschil te maken voor ‘ons soort mensen’. Juist zij kastijden hem, zelfverklaard atheïst (maar het mocht ook agnost wezen) met het zelfbeeld als ‘vreemde vogel in de bijt’, iemand waar een piemel in moet, tot gevolg. Hij voelt zich een losgeslagen Einzelgänger, een getormenteerde Walter Weltschmerz, ontworteld laverend tussen twee werelden. Te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet. En te is…
Dream come true: het auteurschap
Totdat hij ‘ons soort mensen 2.0’ ontmoet bij wie hij een onbaatzuchtige zielsverwantschap ervaart die ontwapenend wederkerig voelt. Zijn eigen pad volgend, laat hij naast zijn analytische ratio meer gevoel toe en bestaat toeval allengs minder. Onbewust raakt, zet, spoort een hypersensitieve zielsverwant hem aan tot zijn dream come true: het auteurschap. In zijn debuut kruipt hij uit keurslijf en schulp, rekent af met bloedverwanten, machtsgeile loonslaafdrijvers en slippendragende collaborateurs van Politbro ICU tot Politbra BITCH. Uitgerekend hun aflaat, cynisme ten top, is zijn financiële back-up tijdens zijn onbezoldigd schrijfproces waarin hij ze tot op het bot fileert en afserveert. Wier brood hij at, dier woord hij nimmer sprak.
Ons soort mensen 2.0
Terwijl de schrijver in onbezonnen jeugdigheid rijmelarijen en protestsongs produceert, boeken consumeert in zijn hemelse zolderdomein en aan de toog hangt van een ouwe lullenkroeg waar tearjerker He’ll Have To Go uit een amechtige jukebox knerpt, tongen, vingeren en beffen zijn pubervriendjes zich door discochicks heen en bekken en zeiken ze frietbakkers en afhaalchinezen af. Onder intramuraal toezicht van zijn doornkroon gelauwerde initiaalgenoot, met velpon ‘genageld’ aan een crucifix, en tranend zigeunertje lalt ‘ons soort mensen 1.0’ mee met Conny Vandenbosch, Jantje Bauer of Fransje Koopmans. Ork-ork-ork, duivensoep lepel je met een vork, vacuüm getrokken plastic zweetkaas of gratige riviervis met grondsmaak maak je soldaat, CHV-pils klok je weg, lurkend uit flesjes, geopend aan deurslot of tafelrand, opener en glas overbodig. ‘Ons soort mensen 2.0’ daarentegen eet met mes en vork, nipt aan drankjes, valt voor blije singer-songwriters, diepzinnige auteurs en vaag-abstraherende kunstenaars. 1.0 of 2.0: uiteindelijk hebben ze (we) in Dikke. Pret. Bonanza. evenveel (on)gelijk.
Dikke. Pret. Bonanza.
Dikke. Pret. Bonanza. ontbeert een spannend plot waarin cliffhangers een breed lezerspubliek verleiden tot het zich van hoofdstuk naar hoofdstuk laten meezuigen naar een sensationele ontknoping. In plaats van deze conventie ontrolt zich een –ja, verzon ie ’t maar- semi-autobiografische sleutelroman. Die omvat tien hoofdstukken, als een Romeinse Top X après la lettre, countdown aflopend, van X naar I, gelardeerd met songteksten die de schrijver zoal uitkomen en goeddeels raken. Toegekende kwaliteit die veel zegt over hem, niks over de songs. Intrigerend integreert en verweeft hij ze in en met zijn persoonlijke levenswandel. Als toetje een appendiks met titeltrax van honderden songs, gerangschikt op naam van uitvoerende artiesten, alfabetisch, van Z tot A, maar dat is logisch, aldus jc. ‘All time favorites’ voor de auteur, voor de lezer al dan niet ‘guilty pleasures’ om bij weg te zwijmelen, hoewel hij die kwalificatie –de schaamte voorbij- devalueert tot loos en hol. Verwerkte songteksten linken naar YouTube. Daarmee levert Dikke. Pret. Bonanza. lees-, luister- én kijkpret.
Bonanza Theme Song
Informatie
ISBN: 978-94-6338-750-7.
NUR: 300.
Aantal pagina’s: 530.
Paperback.
Winkelprijs 27,95 euro.
Uitgeverij Aspekt
Te koop (of te bestellen) in boekhandels in Nederland en België.
Zolang voorraad strekt, verkoopt auteur persoonlijk gesigneerde exemplaren tegen winkelprijs + verzendkosten. Mail hiervoor naar info@joscreusen.nl
Wat zegt
De pers
“(…) Wrange uithalen, afgewisseld met hilarische dorpstaferelen (…)”
– Tom Tacken – Brabants Dagblad
“(…) Treffend boek, treffend qua inhoud en qua stijl (…)”
– Jace van de Ven – Brabant Cultureel
“(…..) Het verhaal is heel erg origineel. Ik zat er direct in. De schrijfstijl is lekker vlot, beeldend en soms haast poëtisch. De auteur heeft me kunnen raken. Aan alles is te merken dat de auteur een taalvirtuoos is. Ik kan iedereen het boek aanraden. **** (…..)”
– Anneke van Dijken – Goodreads
Erfgoed Brabant nomineerde ‘Dikke. Pret. Bonanza.’ voor de ‘Zachte G-Prijs’.
om te skoren mot je skieten
je ken ’t pas zien als je ’t door hep
elk nadeel hepse foordeel
maar da’s logisch
dus
(vrij naar: Ik, die andere jc – godenzoon)
Jos Creusen
Boekpresentaties
Zolang hij droog brood met plastic zweetkaas vreet en gemeentepils wegklokt, trekt Jos Creusen zeeën van tijd uit voor morbide voordrachten door het jubelende land bij scabreuze lees- en schrijfclubs, quasi diepte-interviews bij obscure media, ja elk lucratief tv-spelletje en mirakels toverballenkunstje dat hem profileert en promoot in zijn gezegende auteurschap.
Afhankelijk van hoe blij hij van één en ander wordt misschien ook nog eenmaal schraalhans geen keukenmeester meer is. Tenzij hij zich hopeloos verliest in een –first things first– manische schrijfflow voor zijn volgende bestseller.
De auteur laat het aan bieb, boekhandel, podium, huiskamerbewoner, lees- of schrijfclub om zijn presentatie met voordracht en signeersessie al dan niet aan te vullen tot avondvullend programma in combinatie met interviews en livemuziek in de sfeer van zijn boek. Interviewer: Carel Burghout. Muzikanten: Rob Rieter (met eigen composities op chapmanstick en soundscapes) en Duo LOYF (Light On Your Feet; met hertalingen in het Nederlands van Engelstalige rockclassics op gitaar, digitaal accordeon en vocalen). De muzikanten zorgen desgewenst voor eigen geluid- en lichtset. Boekers met beamer en deugdelijke wifi-verbinding krijgen er muziek via YouTubelinks cadeau bij.
Kosten? Daar komen we samen wel uit.
Kom in
Contact
Aanvragen voor presentaties, lezingen, voordrachten met of zonder interviews en live muziek én voor gesigneerde exemplaren van ‘Dikke. Pret. Bonanza.’ (tegen winkelprijs + verzendkosten) zijn welkom. Vul hiervoor het formulier in.